Stamboomonderzoek werd tijdens de lockdown heel populair en het Algemeen Dagblad schreef daar een artikel over. Een fotograaf kwam langs om mijn cockpit te fotograferen, netjes op anderhalve meter en telefonisch werd ik geïnterviewd.
In die periode schreef ik regelmatig op mijn facebook kleine familieverhaaltjes, tegeltjes noem ik die.
Een voorbeeld:
“Hendrik en Catrien
Op 9 oktober 1911 ging Hendrik (35) met een groepje zwemmen bij Wijk aan Zee. Zijn vrouw Catrien bleef met hun kinderen (9, 5, 3 en 1 jaar) thuis. Het werd vloed. Hendrik kwam nooit meer thuis. Op het strand vonden ze zijn netjes opgevouwen kleding en zijn schoenen terug. Catrien beviel op 31 januari 1912 van hun dochter. Hendrik en Catrien zijn mijn overgrootouders en staan in mijn stamboom als de ouders van mijn moeders vader.”
Ook was er aandacht voor mijn Afrikaanse roots die door DNA is bevestigd.
Als kind hield ik van molens, mijn oma stuurde mij regelmatig ansichtkaarten met daarop molens. Door mijn onderzoek ontdekte ik dat verscheidene voorvaders van beroep molenaars waren.
Zou de liefde voor molens in mijn DNA zitten?
Link naar het artikel:
Stamboomonderzoek razend populair in coronatijd